De praktijk bestaat 17 jaar!
Op 1 november 1997 startte ik mijn praktijk.
De eerste november voelt altijd als een ‘praktijk-Oud&Nieuw’; een goed moment om terug te kijken naar het afgelopen jaar.
En wat een turbulent jaar was het. Velen hebben met een emotionele aardverschuiving te maken gehad!
Ik werkte met mensen die in een scheiding gaan of dit juist proberen te voorkomen. Herstellend van een burn-out of ziekte. Ontslag, het werk te belangrijk vinden of juist helemaal niet.
Mensen die op wonderbaarlijke wijze vanuit hun crisis opstaan en weer omhoog klauteren. Mensen die vanuit ‘hoog en droog’ ineens keihard naar beneden donderen. Mensen die het leven moeten loslaten, maar hier eigenlijk nog niet klaar voor zijn en mensen die zo lang ziek zijn geweest dat loslaten opluchting is.
Ook in mijn persoonlijke omgeving schudt het aardig. Vrienden die noodgedwongen het roer omgooien of knokken om hun bedrijf door de recessie te trekken, dierbaren die willen leven, maar hun tijd zit er op en bekenden die tijd hadden, maar deze niet meer willen benutten.
Ik observeer intussen met bewondering hoe mensen omgaan met hun pijn, crisis of een voldongen feit. Soms begrijp ik hun strategie, soms is het me onduidelijk waarom zij precies de route kiezen die zij kiezen.
Mijn eigen strategie is altijd redelijk eenvoudig geweest; houd een doel voor ogen en zorg dat je het bereikt. Soms linksom, rechtsom of bovenlangs. Ik geef gas en soms rem ik af (of ik vlieg keihard uit de bocht), maar ik wijk zelden van mijn doel af. Soms bereik is het doel snel, soms lijkt het een eeuwigheid te duren, maar ik verlies ‘m nooit uit het oog.
Daarom bestaat mijn praktijk nog na 17 jaar. Ik wist dat ik dit wilde doen op mijn 27e en dat voel ik vandaag nog net zo sterk. Recessie of niet.
Ik vraag cliënten bij de intake ook altijd naar hun doel. Wat wil je met de therapie bereiken? Wat is jouw bestemming? Wanneer is het ‘af’ voor je? Sommigen hebben hun doel duidelijk voor ogen, maar soms lijkt het eindpunt onbekend. Samen zoeken we dan naar jouw bestemming, missie of lot in het leven. Vervolgens kijken we wat er in de weg staat en wat we met die hindernissen moeten doen. Altijd een bijzondere reis om met iemand te maken.
Ik kijk uit naar de volgende 17 jaar en ik wil elke cliënt bedanken voor het vertrouwen dat ik kreeg om je te helpen jouw doel te bereiken!
Farmaceutische industrie; zieker dan patiënten?
Er circuleert een bericht op Facebook waarin de CEO van de farmaceut Bayer zich uitspreekt tegen het vervaardigen van ‘hun’ medicijn voor een fractie van het bedrag waarvoor zij het fabriceren.
In India kan dit medicijn vele malen goedkoper worden geproduceerd. De desbetreffende man noemt het “diefstal” en dat “het nieuwe medicijn is bedoeld voor mensen die het zich kunnen veroorloven” (lees: de rijke westerling).
Zijn dit soort praktijken nieuw? Welnee, maar door internet en in dit geval Facebook worden dit soort uitspraken en praktijken in no-time gedeeld met de rest van de wereld.
Joop Bouma heeft in 2006 het boek “Slikken. Hoe ziek is de farmaceutische industrie?” geschreven. Hierin beschrijft hij dat Bayer al vaker de fout in is gegaan; het cholesterol verlagend middel Lipobay dat in 2001 van de markt moest worden gehaald vanwege de ernstige bijwerkingen.
Meer dan 100 gebruikers zijn overleden en Bayer kreeg in de VS al 6000 schadeclaims aan zijn broek. Zij zijn niet de enige farmaceut die de mist in gaat. Er zijn er vele.
Wat mij het meeste stoort is dat er wereldwijd allerlei goedbedoelde initiatieven worden georganiseerd door mensen met het hart op de juiste plaats maar dat dit eigenlijk nutteloos is.
De farmaceutische industrie geeft, ook in Nederland, het grootste gedeelte van hun gelden uit aan marketing. Voor onderzoek is slechts een klein percentage gereserveerd. De farmaceuten hebben niet als doel het ontwikkelen van medicijnen om levens te redden. Ze hebben het maken van winst als motivatie.
Hierbij gebruiken ze ‘Brussel’, artsen, patiëntenverenigingen en vrijwilligers als gereedschap om dat doel te bereiken. Onderschat dit niet. Vele patiëntenverenigingen zijn verkapte reclamemakers voor de farmaceuten. Deze verenigingen staan nauwelijks open voor alternatieven zoals voedingssupplementen of niet-westerse geneeswijzen.
Wetenschappelijk onderzoek naar een geneesmiddel wordt slechts in gang gezet wanneer er een ‘epidemie’ is. Wanneer er wereldwijd te weinig mensen een bepaalde ziekte hebben, wordt er geen onderzoek verricht naar de genezing ervan.
Niet lucratief genoeg. Het is een fabel om te denken dat er geld moet worden ingezameld voor onderzoek. Er is geld zat!
De farmaceuten hebben een medicijn en bedenken er een ziekte bij. Of dit nu de hoge bloeddruk is, een verhoogd cholesterolgehalte, meisjes die preventief moeten worden ingeënt tegen baarmoederhalskanker, toenemend vaccineren van baby’s en kleuters; allemaal vreselijk gevaarlijke situaties waarbij medicatie of vaccinatie noodzakelijk is?
Vroeger hoorde je nooit iemand over statines (cholesterolverlagers), anti-depressiva, ritalin en kregen we gewoon allemaal de mazelen.
Intussen worden alternatieve genezers steeds meer in een hoek gedrukt en kan ik als Orthomoleculair Therapeut niet eens normaal mijn werk doen. Ik mag namelijk niet zeggen dat een goeie dosis magnesium een uitstekend middel is tegen hoge bloeddruk. Het idee zeg!
Vitaminen zijn niet te patenteren dus de farmaceuten verdienen daar niks aan. Het is niet de bedoeling dat jij aan de voedingssupplementen gaat! Jij moet als een willoos patiëntje aan de medicatie.
Ik pleit al jaren voor het emanciperen van de patiënt. Ga op onderzoek uit! Slik niet alles wat je krijgt voorgeschoteld. Ik ben jarenlang een halfgare roepende in de woestijn geweest en kreeg altijd enorm veel kritiek over me heen.
Gelukkig komen er nu veel meer kritische geluiden. Daar word ik heel blij van. Kunnen we de farmaceuten eens onderzoeken; want wie is nu zieker? De farmaceut of de patiënt?
Leiden of Lijden
Sommige van mijn cliënten hebben al een aardig therapeutisch traject achter de rug als ze bij mij komen voor een kennismakingsgesprek. Dit traject kan regulier, alternatief of beide zijn.
Grofweg kun je deze mensen indelen in 2 categorieën:
De eerste categorie komt met een duidelijke wens of klacht en is zijn of haar toestand spuugzat. Bij een fysieke klacht denk je dan aan termen van ziekte, uitputting of kwalen als gevolg van een ongezonde leefstijl.
Bij een emotioneel probleem gaat het vaak over de zoveelste keer uit de bocht vliegen (wat die bocht dan ook moge zijn), woede-aanvallen, burn-out gerelateerde klachten (al wordt oververmoeidheid wel heel snel burn-out genoemd tegenwoordig, maar dat terzijde). Of deze mensen lijden aan somberheid; hun leven is ruk, de planeet is ruk en de mensheid is al helemaal rampzalig. Deze mensen gooien onomwonden op tafel wat er mis is. De grens is bereikt en dat maakt de motivatie enorm. Hou ik van!
De tweede categorie weet het niet zo goed. Die zijn doorgestuurd door een bekende (“Nancy is best ok, voor een hypnotherapeut dan”) Zij hebben vaak niet echt een idee wat ik doe in mijn praktijk en zijn nieuwsgierig of ronduit achterdochtig.
In het laatste geval stip ik altijd aan wat een beroerde reputatie hypnotherapie heeft met al die toneelhypnotiseurs die je een kip laten nadoen. Hebben we die open deur vast gehad en soms zie ik een glimlach van opluchting.
Bij deze mensen is de klacht of het thema ook vaak niet helemaal duidelijk. De partner is het helemaal zat (zij zien nog niet echt een probleem, maar de omgeving kennelijk des te meer), ze zijn op het werk op een zijspoor gezet (“de jobcoach had het geadviseerd om dit eens te proberen”) of ze zijn gewoon huis-tuin-en-keuken-depri. “We gaan dan eens naar het miepje op de Leidsevaart. Zal niet helpen, maar dan ben ik van het gezeur af.”
De eerste categorie is de Leider; die neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven, stelt mij kritische vragen tijdens het intake gesprek en heeft me grondig door de google gegooid. Er wordt een zorgvuldige afweging gemaakt. Immers; de Leider houdt de regie en de verantwoordelijkheid en ziet mij als gereedschapskist om zijn geluk te bouwen. Tijdens de sessie kan de praktijk soms in een arena veranderen, maar progressie zal er zijn!
De tweede categorie is de Lijder; de regie is al jarenlang verdwenen door teleurstelling, door een pover zelfbeeld, door gebrek aan discipline. Name it. Deze mensen proberen mij er van te overtuigen hoe logisch het is dat zij niets meer ondernemen. Ze hebben het nooit geleerd, of het leven heeft hen gekortwiekt (of zelfs uit de lucht geschoten). Als ik dat niet begrijp, nou dan heb ik zeker nooit zoiets meegemaakt.
De Leider ziet mijn praktijk als de garage en we werken net zo lang door tot er geen verdachte lampjes meer branden op het dashboard. Laten zich inspireren ipv affikken door hun zelfkritiek en pakken krachtig door.
De Lijder kan 2 kanten op; die gaat zijn eigen kracht ontdekken en stijgt tot ongekende hoogten. Het roer wordt ineens omgegooid en er worden oude knopen doorgehakt. Prachtig proces! Ik heb zuchtende muurbloemen zien veranderen in tijgers en passievelingen in daadkrachtige ‘knallers’
Of: de Lijder schrikt zich kapot van de verantwoordelijkheid die ‘weer beter zijn’ met zich meebrengt (weer full time aan het werk, niet meer in je nest soaps kijken tot in de middag enz.) Tot mijn afgrijzen valt die groep vaak weer terug! Lijden is namelijk ook een baan.
Een comfortabele ook nog. Het betaalt slecht, maar de koffie is goed. Zoiets. Het bedrijf heet ‘Comfort Zone BV’. Deze mensen zouden in theorie tot grote dingen in staat kunnen zijn maar de CAO van Comfort Zone BV is zo aantrekkelijk en je krijgt een 13e maand.
Mij doet zoiets pijn. Eén van de weinige keren dat ik serieus baal van mijn werk en wel omdat ik dan niet de eindstreep haal met mijn cliënt. Ik kan het moeilijk loslaten. Zoals een vriendin en trainer van de week tegen me zei: “je trekt aan een dood paard en je geeft ook nog eens het paard de schuld”.
Dat is waar. Dat doe ik. Het is misschien zelfs mijn ego die het beter denkt te weten. Want laten we eerlijk zijn; wie ben ik om jou je Lijderschap af te nemen…..
Zijn we programmeerbaar?
Ik hoor vaak; “dat is erfelijk” of “mijn moeder had het, dus heb ik het ook”.
Het onderwerp erfelijkheid fascineert mij. Zonder de knuppel meteen al in het hoenderhok te smijten vraag ik me af of mensen zich er achter kunnen verschuilen. Als je toch al belast bent, heeft het weinig zin je hiertegen te verzetten. Is dat berusting of apathie?
Is het waar? Of zijn we in hoge mate programmeerbaar? Ik las onlangs een bijzonder onderzoek dat is verricht onder kankerpatiënten. De ene groep kreeg chemotherapie en de andere groep kreeg een nepmiddel. Bij beide groepen viel het haar uit. Dat is toch ongelooflijk? Echter, dat is zoals we zijn geprogrammeerd; van chemotherapie valt je haar uit. Onze overtuigingen tezamen programmeren onze ‘software’ of zijn sommige dingen echt erfelijk? Of verwachten we slechts dat het zo zal gaan?
Kunnen we erfelijkheid te slim af zijn als onze overtuiging sterker is? Ik denk soms van wel. Ik denk dat wij tot in detail de manifestatie zijn van onze overtuigingen. Of misschien zijn we wel de manifestatie van onze onwetendheid. Als je niet zou weten dat je erfelijk belast bent met een kwaal of karaktertrek, krijg je ‘m misschien ook niet?
Ik ben een dochter van een borderliner en een asperger. Beide ouders zijn nooit als zodanig gediagnostiseerd dus ik heb altijd gedacht dat zij gewoonweg raar waren. Nooit begrepen wat zij hadden, tot ik zelf therapeut werd en hun ziektebeeld ging herkennen. Beide ‘stoornissen’ zijn zo erfelijk als het maar kan. Toch, op wat autistische trekjes na, heb ik de erfelijkheidsdans behoorlijk ontsprongen. Waarom? Misschien omdat ik het niet wist? En als ik het wel wist, zou ik mijn best hebben gedaan niet ‘zo’ te worden. Zou dat kunnen? Dat je het weet, maar de genen de baas blijft?
Ik heb er een hoop vragen over en te weinig antwoorden. Het enige dat ik zeker weet; niet opgeven als de genenpoel troebel is, of is overspoeld met erfelijke rommel (geloof me, die van mij is als een borrelende modderplas). Laten we onze ‘software’ overschrijven met frissere genen. Desnoods ingebeelde. Laten we ons niet verschuilen achter de gedachte dat onze (voor)ouders ook zo waren. Er is zoiets als (zelfgekozen) evolutie…
Hoe overleef ik kanker?
In mijn praktijk werk ik geregeld met mensen die kanker hebben. Ik heb in al die jaren opgemerkt dat kanker niet discrimineert; hoe je ook bent opgeleid, of je aardig bent of niet, rijk of arm. Het lijkt niet uit te maken.Vanuit mijn holistische benadering van de zaken, blijf ik gefascineerd door de ‘samenwerking’ tussen lichaam en geest. Ik werk met mensen met kanker, ik lees er veel over en inmiddels is het één van mijn specialismen geworden.
Wat mij mateloos fascineert is het fenomeen ‘spontane remissie’; mensen die tegen alle verwachtingen in genezen of het kankerproces laten stilstaan. Wat hebben deze mensen met elkaar gemeen? Er zijn 6 kenmerkende overeenkomsten gevonden tussen deze ‘patiënten’ (misschien is dat nr. 7; deze mensen zien zichzelf doorgaans niet als patiënten. Ikzelf heb een hekel aan het woord, alsof je geen regie hebt en lijdzaam, passief je lot ondergaat).
1. Verwelkom verandering
Je leven wordt nooit meer als voorheen, als het goed is tenminste. Mensen gooien het roer om qua voeding, ruimen oud zeer op en ‘saneren’ hun sociale leven. Ga uit je oude patronen wat betreft voeding, omgang met je dierbaren, inzet op je werk. Gooi het roer om. Kom uit je comfort zone!
2. Geniet van het leven
Een blij gevoel is een heel belangrijke factor! Dit zorgt dat er meer interleukine wordt aangemaakt in het lichaam (dit wordt in synthetische vorm vaak als ‘anti-kankermedicijn’ voorgeschreven). Stop met alles te ‘moeten’ en ga wat meer ‘willen’. Wees ook dankbaar voor wat er wél is. Zie het als een verplichting ongelooflijk goed voor jezelf te zorgen! “Wat heb ik nodig” moet een telkens terugkerende vraag worden.
3. Wees een lastige patiënt
Hou onmiddellijk op met sociaal gewenst zijn! Wees koppig! Realiseer je dat de artsen er voor jou zijn en niet andersom. Vraag een second, third, fourth opinion. Houd de regie! Ga op onderzoek uit, stel vragen en laat je niet afschepen door het aloude “we weten wat we doen mevrouwtje/meneertje”. Ik heb gemerkt dat mensen die op onderzoek uitgaan, meerdere behandelplannen durven uitproberen en niet als een lijdzame zieke afwachten wat er gebeurt een enorme kracht genereren. Het geeft je handvatten om de machteloosheid aan te gaan. Er is niet slechts 1 weg. Laat je door verschillende mensen voorlichten.
4. Heb vertrouwen in de weg die je hebt gekozen
Als je na die zoektocht een beslissing hebt genomen, heb er dan vertrouwen in. Als je er geen vertrouwen in hebt, zoek dan door. Een behandeling die geen vertrouwen bij je teweegbrengt, werkt minder goed of niet. Of het nu regulier is of alternatief, of een combinatie van beide; doe iets dat goed voelt. Als je gelooft in voedingssupplementen, slaan ze beter aan (placebo-effect). Als je ervan overtuigd bent dat je ten onder gaat aan de vitamine C, gaat het niets voor je doen (nocebo-effect)
5. Verminder emotionele belasting
Adrenaline is de vijand bij kanker. Voorkom een voortdurende aanmaak ervan. Een overschot aan adrenaline kan er voor zorgen dat kanker ongevoelig wordt voor behandeling. In mijn ervaring merk ik dat mensen met kanker veel vaker grenzen moeten aangeven. Zestig uur per week werken is niet nobel. Je laten piepelen door familie, partner, vrienden, collega’s enz. ook niet. Fris je zelfbeeld op. Houd van jezelf en veel ook. Je hebt het nodig! Neem die oude ballast eindelijk eens onder de loep. Dingen uit je jeugd die je blijven achtervolgen? Hardnekkige zelfondermijnende gedachten?Houd je systeem schoon, zeg ik altijd. Blijf uit de slachtofferrol en genereer zo een grenzeloze kracht, zonder ruimte voor de emoties uit het oog te verliezen.
6. Houd de regie
Onderzoek wat ondermijnende factoren kunnen zijn in jouw gezondheid. Eet je wel gezond? Bijna iedereen zegt “ja” maar het is heel vaak “nee”. Laat je voedingspatroon eens onderzoeken door een deskundige. Gooi de magnetron en de suikerpot als eerste de deur uit. Matig met zuivel. Durf je te verdiepen in de werking van supplementen; een weldaad om je immuunsysteem een boost te geven of de bijwerkingen van de chemo-therapie draaglijk te maken. Wees autonoom en consistent. Creëer een gezonde leefstijl en houd je er aan. Ga sporten, ga mediteren het maakt niet uit, maar gezondheid is een werkwoord. Onderzoek wat er allemaal verbeterd kan worden in je leven. De sterkste kans op overleving is de ziekte als een uitdaging te zien en niet als een bedreiging. Ook dát is een uitdaging, maar je hebt niets te verliezen.
In mijn praktijk pak ik al deze onderdelen aan en dat maakt het werken met mensen met kanker zo’n prachtige zoektocht. Ik ben de reisbegeleider op jouw gekozen reis. Of deze nu regulier of alternatief is. Ik heb er geen waardeoordeel over. Ik zou zo graag willen dat artsen zo’n zelfde open houding hadden. Zij leren in hun opleiding niets over voedingssupplementen en de verhouding tussen lichaam en geest. Dat maakt niet uit, maar zij veroordelen het vaak des te harder. De synergie die er zou kunnen ontstaan wanneer ‘regulier’ en ‘alternatief’ de handen ineen slaan en over hun eigen ego kunnen stappen om zo de cliënt de beste zorg te geven. Is dat niet de bedoeling van arts en therapeut? De mens genezen, danwel verder helpen? Of gaat het vooral om het bewaken van je eigen winkeltje met luid gegrom? Het maakt toch niet uit waar een mens van geneest? Als hij maar geneest!
Wat is verwerking?
Wat is eigenlijk verwerking? En wanneer hebben we iets verwerkt?
Wanneer ik spreek met mensen die heftige dingen hebben meegemaakt, hoor ik vaak “dat het een plekje moet krijgen”. Ik vind zoiets moeilijk meetbaar. Wanneer heeft iets een plek gekregen? Is het op het moment dat je erover kunt praten zonder emotioneel te worden? Juist bij heftige trauma’s dissocieert iemand (dat is een therapeutische term voor wat ik ‘uitchecken’ noem). Je bent weggegaan bij de gebeurtenis en ervaring. Hoe getraumatiseerder iemand is, hoe makkelijker hij of zij erover kan vertellen (het gaat immers niet meer over jou, want je bent destijds uitgecheckt). Dit is dus geen goeie graadmeter.
We kunnen gebeurtenissen verwerken op rationeel niveau. We zoeken naar het hoe en waarom en als zoiets is gevonden, maken we er, met een beetje duwen en trekken, een verhaal van dat past bij onze beleving. Door er veel over te praten begrijp je je een slag in de rondte, maar het is meestal geen verwerking, of althans niet een volledige.
Met EMDR laat je iemand letterlijk verwerken. De hersenen worden geactiveerd zodat er een REM slaap modus ontstaat (je psychologische herstelmodus) en door dan te focussen op het thema kunnen de hersenen niets anders doen dat verwerken. Daarnaast zet ik graag de hypnotherapie in. Zo pakken we ook de dieper gelegen, onbewuste gevoelens mee en dat is tezamen m.i. de werkelijke verwerking. Het onderbewustzijn is een onderschat deel van de mens. Er wordt weinig aandacht aan geschonken als je dit vergelijkt met de aandacht voor de ratio. Ik ben nauwelijks geïnteresseerd in wat jij denkt. Ik ben wel reuze benieuwd wat jouw gedachten zijn op onderbewust niveau. het onderbewustzijn lijkt tóch altijd de baas te zijn. Je kunt allerlei bootcamp ik-ben-geweldig-en-ik-verdien-het-om-te-leven-in-overvloed cursussen volgen maar als je diep van binnen je eigen ik-ben-een-kneus-en-ik-kan-niks cursus zit te houden heeft het allemaal weinig zin.
Wat te doen bij die ondermijnende gedachten of gevoelens? Observeer ze eens en zie het jezelf denken; je eerste stap op weg naar het loslaten ervan. Op het moment dat je iets observeert, maak je er geen deel meer van uit.
Dat valt niet altijd mee. Dus soms gaan we naar een therapeut om die eens naar je gedachten te laten kijken. Door het herkennen, erkennen en observeren maak je sneller een stap om dingen ‘een plek te geven’.